Insecten

Gewone oeverlibel

Wetenschappelijkenaam. Orthetrum cancellatum

De Gewone oeverlibel komt in grote delen van Europa voor en is soms talrijk. In Nederland is de soort algemeen en kan in verschillende leefgebieden aangetroffen worden. De habitat bestaat uit stilstaande of zwak stromende wateren, zowel met veel waterplanten als grotere meren met weinig vegetatie.

Grote keizerlibel

Wetenschappelijkenaam. Anax imperator

De grote keizerlibel komt voor bij allerlei watertypen – vaak grotere plassen of vijvers, maar voortplanting vindt ook plaats bij kleinere plasjes, vennen, (stromende) sloten en kanalen. De soort is veel te vinden bij plassen met een voedselrijk, basisch of lemig karakter. Voortplanting in zure vennen gebeurt incidenteel.

Kleine roodoogjuffer

Wetenschappelijkenaam. Erythromma viridulum

De Kleine roodoogjuffer (Erythromma viridulum) is een relatief kleine juffer waarbij de mannetjes te herkennen aan de rode ogen. De ogen van de vrouwtjes zijn bruin met groen of geel. De juffer is overal in Nederland te vinden in stilstaand of langzaam stromend water met drijvende waterplanten.

Kleine roodoogjuffer mannetje en vrouwtje vormen een paringswiel.

Aardhommel

Wetenschappelijkenaam.  Bombus terrestris

De Aardhommel is een grote zwart behaarde hommel met een gele band vooraan het borststuk en halverwege het achterlijf. Het uiteinde van het achterlijf is wit. Vrouwtjes hebben een smalle bruingele band vooraan het borststuk. Bij de mannetjes is deze band breder en geler.

De hommels met een brede en meer gele band lijken sterk op andere hommelsoorten, zoals de Veldhommel (Bombus lucorum) en de zeldzame Grote veldhommel (Bombus magnus) of de zeldzame Wilgenhommel (Bombus cryptarum). Men spreekt bij deze vier soorten daarom ook wel van de Aardhommel groep.

De gewone berenklauw

Wetenschappelijkenaam. Heracleum sphondylium

De gewone berenklauw behoort tot de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae). De plant komt van nature voor in Europa.
Het is een 90-150 cm hoge (met uitschieters tot twee meter), vaste plant, die veel langs dijken en wegen en in hooilanden voorkomt. De plant is ruw behaard en heeft drievoudig gevind tot vinspletige bladeren. De stengel is kantig en gegroefd. De gewone berenklauw bloeit van juni tot oktober met witte bloemen.

Bloedcicade

Wetenschappelijkenaam. Cercopis vulnerata

De bloedcicade is een ongeveer 1 cm groot insect. Hij is glanzend zwart gekleurd, met rode vlekken op de vleugels. Ze hebben kleine antennen, maar deze zijn nauwelijks zichtbaar.
Veelal te zien vanaf mei tot juli. De bloedcicade komt voornamelijk voor in bosachtige gebieden. Ze zitten dan meestal op gras, planten of struiken.

Blinde bij

Wetenschappelijkenaam. Eristalis tenax

Blinde bijen worden zo’n 14-16 mm lang en hebben een zwart, glimmend achterlijf, met een oranje gele tekening. De tekening is erg variabel.
Verwarring met de honingbij is begrijpelijk, maar kan worden uitgesloten als u op het aantal vleugels let. Vliegen, zo ook een blinde bij, hebben één paar vleugels. Bijen daarentegen behoren tot de orde der vliesvleugeligen (Hymenoptera) en hebben 2 paar vleugels. Ook aan de ogen is te zien dat de blinde bij tot de vliegen behoort. Op de ogen zijn tevens verticale haarbanden zichtbaar.
De larven, zo’n 2 cm lang, bezitten een ademhalingsbuis die in uitgeschoven toestand tot wel 15 cm lang kan worden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb