Vlinders

Klein geaderd witje

Wetenschappelijkenaam. Pieris napi

Oranjetipje

Wetenschappelijkenaam. Anthocharis cardamines

Het oranjetipje is een mobiele vlinder. Vrouwtjes zwerven na de bevruchting boven hooilanden op zoek naar nectar en wellicht ook om opdringerige mannetjes te vermijden. Ze keren zelden terug naar het gebied waar ze uit de pop zijn gekomen. Mannetjes vliegen vooral langs de randen van bossen en struwelen, waar ze vaste routes vliegen

Het verspreidingsgebied loopt van Schotland naar het zuiden. Het oranjetipje komt in grote delen van Europa voor, waaronder Nederland en België. Het oranjetipje is een algemene standvlinder die verspreid over heel Nederland voorkomt, met de meeste waarnemingen in het oosten.
De vlinder geeft de voorkeur aan matig vochtige graslanden bij bossen als leefgebied. De vliegtijd is van maart tot en met juni.

Dagpauwoog

Wetenschappelijkenaam. Aglais io

De dagpauwoog is al vroeg in het jaar te zien. Hij overwintert namelijk als vlinder in een donker beschut hoekje in een boom, schuur, tussen het hakhout of in een vlinderkast. In het voorjaar komt hij tevoorschijn en gaat op zoek naar nectar van paardenbloemen, sleedoorn en andere vroege bloeiers. De vlinder is gemakkelijk te herkennen.

Atalanta

wetenschappelijkenaam. Vanessa atalanta

De atalanta is een zeer mobiele vlinder die tot de trekvlinders wordt gerekend. Tijdens de trek vliegt de vlinder doorgaans alleen of met enkele individuen. Waarnemingen van grotere trekkende groepen zijn relatief schaars. Daarnaast zijn er nachtelijke waarnemingen van atalanta's op licht. Dit suggereert dat de vlinder ook 's nachts trekt.

Gehakkelde aurelia

Wetenschappelijkenaam. Polygonia c-album

De gehakkelde aurelia is een mobiele vlinder die de wijde omgeving verkent om voor iedere nieuwe generatie een geschikte plaats met waardplanten op te sporen. Regionaal. In Nederland wisselde het verspreidingsgebied de afgelopen eeuw nogal: waarschijnlijk is de gehakkelde aurelia de dagvlinder met de grootste veranderingen in het voorkomen.

Sint-jacobsvlinder

Wetenschappelijkenaam. Tyria jacobaeae

De sint-jacobsvlinder is een dagactieve nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae), onderfamilie beervlinders (Arctiinae). De vlinder komt niet alleen in Nederland, België en de rest van Europa voor, maar ook in West- en Centraal-Azië en is ingevoerd in Nieuw-Zeeland, Australië en Noord-Amerika om daar jakobskruiskruid te bestrijden.

Hooibeestje

Wetenschappelijkenaam. Coenonympha pamphilus

Hethooibeestje is nog steeds een algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt. Europa. Op Europese schaal is het hooibeestje niet bedreigd en over het algemeen is het voorkomen stabiel. Mondiaal. Het hooibeestje komt in vrijwel geheel Europa voor, met uitzondering van IJsland en delen van Noord-Scandinavië.

Icarusblauwtje

Wetenschappelijkenaam. Polyommatus icarus

Het Icarusblauwtje is het algemeenste blauwtje. De bovenkant van de vleugels is bij het mannetje blauw en bij het vrouwtje bruin. Op de onderkant van de voorvleugel bevinden zich twee vlekken vlakbij de vleugelbasis, waarmee deze soort van alle verwante soorten is te onderscheiden.

Het icarusblauwtje komt algemeen voor in heel Europa, op droge schrale graslanden tot matig vochtige steppe. Ook in Nederland en België is de vlinder zeer algemeen. In 2005 is de soort voor het eerst ook in Noord-Amerika gevonden, in de buurt van Mirabel in de Canadese provincie Quebec.
De vliegtijd is van april tot en met oktober. De rups overwintert, meestal het derde rupsstadium.
Waarnemingen van feitelijke ei-afzetting zijn vrij zeldzaam.

Kleine vos

Wetenschappelijkenaam. Aglais urticae

De kleine vos komt verspreid voor van Noord-Scandinavië tot de zuidelijke delen van Spanje en van de kust van Frankrijk tot Japan. Bij ons is de kleine vos een standvlinder, die je vrijwel overal kan waarnemen. Ruigtes, tuinen, bosranden en bermen zijn belangrijke leefgebieden van de kleine vos, zolang er maar voldoende nectar aanwezig is.

De kleine vos is een zeer mobiele vlinder die vele tientallen kilometers kan vliegen, ook over minder geschikt terrein. Hij is zelfs op lichtschepen gevonden en de grootste gemeten afstand die een kleine vos heeft gevlogen is 150 km.

Maak jouw eigen website met JouwWeb