Vlinders 2

Groot dikkopje

Wetenschappelijkenaam. Ochlodes sylvanus

Het Groot dikkopje is een algemene soort van schrale structuurrijke, wat vochtige graslanden, ruigten en heide. Hij verkiest beschutte plekjes nabij bosranden. Ze zijn onopvallend bruin, maar iets gevlekter dan Zwart- en Geelsprietdikkopje. Grote dikkopjes zijn ook vrij mobiel.

Oranje zandoogje

Wetenschappelijkenaam. Pyronia tithonus

Het oranje zandoogje is een vlinder uit de onderfamilie Satyrinae (de zandoogjes en erebia's). De wetenschappelijke naam tithonus verwijst naar de tweede geliefde van Eos, de godin van de dageraad.

Bruin zandoogje

Wetenschappelijkenaam. Maniola jurtina

Het Bruin zandoogje is een zeer algemene vlinder, die je in het hele land kunt tegenkomen. De vlinder hoort tot de familie van de zandoogjes. Dat zijn vlinders met vlekken op de vleugels, die op ogen lijken. Het Bruin zandoogje is het meest te zien in de maanden juni t/m augustus.

Bont zandoogje

Wetenschappelijkenaam. Pararge aegeria

Het bont zandoogje is een algemene standvlinder waarvoor geen speciale beschermingsmaatregelen nodig zijn. Wel zal de soort profiteren van een meer vlindervriendelijk bosbeheer. Een voorbeeld daarvan is kleinschalige kap van bomen in eenvormig aangeplante bossen, waardoor het bos gevarieerder en meer open wordt.

Het overwintert doorgaans als pop, maar ook een deel van de rupsen die na midden augustus uit het eitje kruipen overwintert. Ook in het najaar verschilt de groeisnelheid tussen de rupsen aanzienlijk: bij hogere temperaturen kunnen sommige rupsen die eind september uit het ei komen zich nog voldoende ontwikkelen en zich voor de winter verpoppen.

Klein koolwitje of knollenwitje

Wetenschappelijkenaam. Pieris rapae

Het klein en groot koolwitje verschillen weinig in keuze van de soort waardplant, maar het klein koolwitje heeft een voorkeur voor kleinere planten die op meer beschaduwde plaatsen groeien. Eitjes worden afzonderlijk afgezet, soms in zeer kleine groepjes, zowel op de boven- als de onderkant van het blad.

Bruin blauwtje

Wetenschappelijkenaam. Aricia agestis

Het Bruin blauwtje is een pioniersoort die vrij snel geschikte gebieden kan koloniseren. Nieuwe (industrie)terreinen, wegbermen of braakliggende akkers met een open vegetatie creëren goede situaties voor deze soort indien ook de waardplanten er aanwezig zijn.

Keizersmantel

Wetenschappelijkenaam. Argynnis paphia

De keizersmantel was sinds 1980 uit Nederland verdwenen. Af en toe werd hij nog als 'zwerver' waargenomen: de dichtstbijzijnde stabiele populaties bevonden zich tot dit moment in de Ardennen en de Eifel.

Sinds 2005 werd de keizersmantel steeds vaker gezien, onder meer in de duinen, de Achterhoek en Zuid-Limburg. Hij werd enkele jaren achtereen op dezelfde plaatsen gezien, wat wees op voortplanting. In 2015 werd het officieel (10 jaar op rij voortplanting vastgestel) en mochten we de keizersmantel weer bij de standvlinders van Nederland rekenen.

Foto: Marval, Frankrijk sept.2021